De geboorte van een kind een super bijzonder moment in je leven.
Een kind op de wereld zetten is geen kleinigheid, zowel voor de ouders als voor het kind. Meestal is het een blije gebeurtenis wanneer je kind geboren wordt. Soms is het ook spannend of niet altijd leuk, vooral als je kind medische zorg nodig heeft. Werrij is al enige tijd werkzaam in het Antonius ziekenhuis in Sneek als kinderarts. In deze blog vertelt ze open over haar eigen bevallingen en hoe ze dat ervaren heeft. Maar ze wil vooral helpen jou als zwangere te informeren over wat het betekend wanneer er toch een kinderarts nodig is vlak na de geboorte van je baby. We hebben het over de Apgar-sore, de eerste ademteug, de transitie van binnen de baarmoeder naar daar buiten, huid op huid contact, geel zien van een baby, het immuunsysteem en huilen. Kortom veel interessante onderwerpen die aan de orde komen welke jou kunnen helpen ter voorbereiding op de komst van jouw baby.
Werrij is kinderarts geworden om een bijdrage te leveren op alle fronten van de ontwikkeling van een kind. Ze omschrijft haar vak als volgt: ‘In tegenstelling tot andere specialisten zijn wij niet gericht op één lichaamsdeel maar op alles rondom kind zijn. Zowel lichamelijk als psychisch. Daarnaast ben je continu in contact met ouders. Ik vind het leuk om te kijken hoe je de juiste aansluiting bij de kinderen en hun ouders vindt, ongeacht culturele achtergronden.’
Hoe is het om als kinderarts ook zelf moeder te zijn?
‘Super mooi, maar dat wil niet zeggen dat je dan alles goed doet. Mijn bevallingen ging ik ook tegemoet met het idee, maar eens kijken hoe het gaat. En vooral bij de eerste was mijn beroep echt wel naar de achtergrond verdwenen en kon ik gewoon een vrouw zijn die op dat moment aan het bevallen was en even geen kinderarts. Want als ik thuis ben, dan ben ik gewoon moeder en geen kinderarts. Bij mijn eerste bevalling was zelfs een kinderarts nodig. Maar ook toen kon ik dat helemaal loslaten en die kinderarts gewoon haar werk laten doen. Vertrouwen op je omgeving en op jezelf is dan voor mij ook het belangrijkste wat je tijdens een bevalling moet doen.’
Wat vond je het meest indrukwekkende moment tijdens jouw bevallingen?
‘Tijdens mijn eerste vond ik het nogal heftig dat ze foetale nood kreeg. Dit hield in dat ik aan het CTG lag en kon zien op de monitor dat ze met haar hartslag heel erg naar beneden ging en daar niet goed van kon herstellen. Op het moment dat de noodbel werd ingedrukt besefte ik pas hoeveel impact zo’n acute situatie op je heeft. Mijn andere twee bevallingen zijn gelukkig heel natuurlijk verlopen. Het gevoel wat je krijgt bij de geboorte van een kind is moeilijk onder woorden te brengen. Het is een gevoel van verbondenheid, vertrouwen, liefde en trots. Vooral bij mijn derde bevalling ben ik op een positieve manier ingegaan. Ik omarmde de weeën door tegen ze te zeggen: Wat fijn dat jullie er zijn want ik heb jullie nodig. Ik wilde op deze manier in de positieve sfeer blijven en mezelf positief beïnvloeden. Ik was echt blij verrast hoe goed dit me geholpen heeft, toen ik er achter kwam dat ik echt veel sneller ontsloten was dat ik had gedacht. De bevalling ging heel erg goed. We weten uit onderzoek dat de stemming van een zwangere invloed heeft op het kind. Zo lang je baby in je buik zit zijn jouw hormonen en emoties met elkaar verbonden. Dit kan positief zijn maar ook negatief, zoals bijvoorbeeld wanneer de vrouw veel stress heeft. Hier zijn we als kinderartsen ook alert op.’
Wanneer is een kinderarts nodig bij een bevalling?
‘Soms heb je hulp met spoed nodig wanneer er echt acuut iets aan de hand is. Zoals een kindje wat niet ademt. Maar het kan ook nodig zijn bij minder acute dingen zoals wanneer het medicatiegebruik van de moeder invloed heeft op de ontwikkeling van een kind. Of als een kindje te vroeg geboren is. Ook tijdens een keizersnede is een kinderarts aanwezig.’
Wat doe je als je een kind opvangt na de bevalling?
Na 1, 5 en 10 minuten doe je een Apgar-score. Een kindje heeft een minuut de tijd om zijn eerste ademteug te nemen. De overgang van het leven binnen de baarmoeder naar buiten de baarmoeder, noem je de transitie. Want in de baarmoeder haalt het kind de zuurstof uit de placenta en als het kind geboren wordt moeten de longen dit gaan overnemen. We kijken eerst naar de hartslag of deze krachtig is en wanneer de ademhaling nog niet gelijk op gang komt, kun je het kind wat stimuleren om te gaan ademen. De belangrijkste prikkel die een kindje eerst krijgt om te gaan ademen is de kou van de omgeving buiten de baarmoeder. Ook kun je zelf het kindje wat stimuleren door over zijn rug te wrijven of onder de voeten. In de meeste gevallen gaat een kindje gewoon zelf huilen waardoor hij dus ademt en een mooie roze kleur krijgt. Hierdoor hoeven wij (als zorgverleners) dus gelukkig vaak niks te doen. Daarna volgt het afdrogen en toedekken van het kind en dan zo snel mogelijk naar moeder. Want huid op huid bij moeder is super belangrijk. Huid op huid contact stimuleert allerlei hormonale processen wat direct voor verbinding zorgt. Ook zie je dat een kindje heel rustig wordt van de hartslag van de moeder, die heeft hij tenslotte negen maanden lang gehoord. Doormiddel van huid op huid contact met moeder blijft het kindje ook goed op temperatuur. De navelstreng proberen we zo lang mogelijk te laten uitkloppen, zo krijgt een kindje nog extra rode bloedcellen en dus zuurstofrijk bloed binnen. Als een navelstreng is uitgeklopt staat het transport stil en kan een kindje afgenavelt worden.’
We maken even een uitstapje naar de kraamtijd. Want een pasgeborene huilt regelmatig en dit vinden ouders toch best moeilijk, wat kunnen ouders hierin doen?
‘Huilen is het enige communicatiemiddel wat een kind heeft om iets aan te geven. Dit kan honger zijn, een vieze luier, een boer die dwars zit of gewoonweg behoefte aan aandacht. Een kind kun je de eerste tijd ook zeker niet verwennen met aandacht. Dus als een kind huilt pak het lekker bij je.’ Huilen hoort er dus bij, maar wanneer is het zorgelijk? ‘De eerste vraag die wij als kinderarts vragen is of een kindje te troosten is. Eigenlijk is huilen een heel normale uiting van een kind, we maken ons vaak meer zorgen om kinderen die helemaal niet huilen. De eerste weken zal je ook aan je kindje moeten wennen en leren herkennen wat er aan de hand is als je kind huilt. Je hoeft dit ook zeker niet alleen te doen, je zorgverleners helpen je deze signalen te herkennen.’